Uil plus Leeuwerik

november 30, 2007

Gisteren het boekje ‘Uil plus Leeuwerik’ cadeau gekregen voor Clarisse.
Geschreven door Ianca Fleerackers.
Ze is er nu nog wat klein voor, maar wij hebben hier een ander leesmonster in huis dat er wel groot genoeg voor is. En ik test alle kinderliteratuur eerst op Anouk. Ik lees voor, laat haar lezen, doe maar, en dan zie en hoor en voel ik hoe ze reageert.
Meestal delen we elkaars mening, een enkele keer niet. Bij Gerda Dendooven, die ik grafisch wel sterk vind, bijvoorbeeld. Anouk vindt er niks aan, echt niet. Zelfs inhoudelijk kunnen de boeken haar niet boeien. Maar ik blijf ze aanreiken, om de verscheidenheid groot te houden. Smaken evolueren, u weet wel. Referentiekaders zijn nodig om een goede smaak te ontwikkelen, het kan niet anders.

Gisteren voorleestijd. We doen het vaak samen: zij een blaadje, dan ik, zij wat regels, ik de moeilijke woorden. Dat werkt, en dan vooral bij meer toegankelijke verhalen (denkt aan Geronimo Stilton, Marc De Bel).
Soms werkt het niet, wanneer de inhoud van die strekking is dat men wat meer tijd nodig heeft die te laten bezinken (denkt aan Kikker, en aan verhalen van Paul Verrept). Als ik Anouk bij dergelijke boeken zelf laat lezen, primeert het leestechnische, en gaat een zeer groot (belangrijk) inhoudelijk deel verloren.
Zo ook bij Uil plus Leeuwerik. Een mini-verhaaltje, treffend geïllustreerd door Sebastiaan Van Doninck.
Een klein verhaal over boezemvrienden en hun moeilijkheden. Het lijkt mij echt, meestal zelfs zeer mooi verwoord, in een sobere stijl. Ik schrik van Sebastiaan Van Doninck, want ik ken hem niet, maar hou wel van zijn illustraties (ik wil nog van dat).
Anouk luistert, vraagt, geeft aanwijzingen en denkt volgens mij heel veel na. Haar mening komt later, dat weet ik ondertussen wel. Wat haar wel bijblijft, is het volgende: ‘Dit verhaaltje loopt niet goed af, mama. Jammer. Maar niet alle verhalen kunnen goed aflopen hé.’
Wat ze er verder van vindt, vertelt ze mij (of haar vriendinnen) later wel.

Voor mij is het geslaagd, ik kijk uit naar vanavond, want dan lezen we ‘Zwaan’, dezelfde auteur en illustrator.
Vervolgboekje.
Ook cadeau gekregen.

Wij hebben veel geluk met onze vrienden, wij.

Moe zijn

november 30, 2007

Ik ben moe, Jan is moe, Anouk is moe, en tiens, Clarisse is wakker.

Het wordt een ware uitputtingsslag, heb ik zo het vermoeden. Ze slaapt overdag veel te weinig, ze slaapt ’s nachts nog slechter en wij worden alsmaar meer moe. En dat spookje trekt zich daar niks van aan.
‘Je moet op haar ritme slapen, zegt men’. Ewel, dat kan ik niet. Want ze slaapt het best als we naar school aan het wandelen zijn, als Anouk huiswerk heeft, als ik aan het koken ben. Kortom, als ik broodnodig wakker ben.
Doemme toch, een mens zou beginnen zagen…

Heuglijk nieuws hebben we wel, hopen zelfs!
– Onze pruts heeft eergisteren voor het eerst flesje gedronken en deed dat meteen voorbeeldig, ze had niet eens door dat het de borst niet was. Papa trots, wat wil je.
– We hebben gisteren een leuk babbelbezoek gehad, bij Zappa. En op mijn treinreis de beste conducteur ooit tegen het lijf gelopen: (Wat heb ik tegenwoordig met de Lijn en de NMBS) hij heeft mijn buggy tot beneden gedragen, waw!
– Clarisse heeft van lieve S en P een zeer leuk geschenkje gekregen. Later meer daarover.
– ’t Is vrijdag en dus bijna weekend.
– Ik ga morgen met de nichten voor het eerst op stap, zonder dochters bij. En ik voel me daarom vandaag net een kind dat op schoolreis mag.
– Wij hebben in het weekend geen echte plannen en ik maak van de gelegenheid gebruik om te slapen.

‘k Droom er nu al van.

Beste meneer Vermeersch

november 28, 2007

Ik heb zonet uw artikel in de Standaard van vandaag gelezen.
Ik heb zonet (voor de zoveelste keer) alle artikels in mijn bezit, omtrent het debat gelezen.
Ik heb menig blog afgestruind én de comments op de posts aangaande het debat gelezen.
Ik heb net koffie gemaakt, een wafeltje genomen en nog eens nagedacht.

Ik ben het niet met u eens.
U hebt het over ‘het tonen van een vermoeden van onpartijdigheid’, over ‘het vermoeden van onpartijdigheid te bewaren’.
Akkoord, het afleggen van een hoofddoek kan daar misschien toe leiden, tot daar snap ik het.
Waar ik het moeilijker mee heb, is het woord ‘vermoeden’.
Is die uiterlijke neutraliteit, of tenminste, het vermoeden van …, dan wel zo belangrijk? Is het niet veel belangrijker dat ambtenaren zich écht neutraal gedragen, dat ze iedereen gelijkwaardig behandelen.

Onverdraagzaamheid ligt op de loer, meneer Vermeersch.
En u hebt me niet overtuigd met uw pleidooi.

Er wordt hier bij ons nogal gefoeterd op de Lijn. Echt waar. Zeker toen Jan nog met het openbaar vervoer naar Brussel ging. Waarom? Wel, bus overvol, bus 2 minuten te vroeg vertrokken (en dat scheelt soms 3 kwartier voor Jan!), onvriendelijke chauffeur, en vul zelf maar aan. Al dat gemor resulteert dan in een mailtje naar de Lijn. Want als het niet correct is, dan mag een mens dat zeggen. En de Lijn is bij ons broodnodig, dus…
Maar nu, nog niet zo lang geleden, neem ik de bus (als ik het mij goed herinner bus 78, richting station) omdat het ontzettend aan het regenen was.
En wat bleek?
Een fantastische chauffeur! Eéntje om u tegen te zeggen.
* Hij speelde het klaar om iedereen als ‘prins(es)’ te begroeten, en af en toe gebruikte hij zelfs een superlatief,zoals ‘liefste, knapste, natste,…’
* Hij bleef lachen, ook toen de bus overvol dreigde te raken
* Hij noemde zijn bus liefkozend ‘sardienenblikske’
* Hij vroeg vanuit zijn hart (je kon het horen aan de toon) om wat op te schuiven
* Toen wij eraf moesten leek het bijna een hemels afscheid (dat is misschien wat overdreven, maar allee, hij maakte mijn humeur zooo goed)

Ewel, ik zou voor minder de bus nemen!
Huisgenoot vroeg zich af of het cynisch was bedoeld. Nee hoor, ik steek er mijn hand voor in het vuur. Die man straalde levenslust uit, en dat zie je niet zoveel bij de Lijn (mijn mening toch). Vandaar, het contrast was te groot. En die man? Die verdient een standbeeld op het Stationsplein. Met eerbetoog, één keer per jaar.
Ik zal er zijn.

Boos!

november 27, 2007

Ik ben ook boos, alleen kan ik dat zo mooi niet zeggen.
Waarom? Wel, daarom!
Wie kan dat dan wel mooi (en duidelijker) uitleggen? Deze dame. En deze heer ook. Ik niet, jammer. Maar toch.

Boos.

Geluk

november 27, 2007

100_1764-bis.jpg

100_1763-bis.jpg

100_1765-bis.jpg

Derde keer, goede keer

november 26, 2007

Een leuze die bij het krijgen en hebben van kinderen niet opgaat, dat is zeker.
Ik geniet voor de derde keer van deze thuis-periode (al is ze deze keer veel langer, en ook een stuk rustiger). Een vriendin zei me, nog niet zo lang geleden: ‘Jammer dat een mens stopt bij 2 of 3, net dat heb je het onder de knie’. Een stelling die wat vreemd klinkt, maar een grote waarheid bevat.

Alles loopt zo vlotjes, bij een derde kindje, want het lijkt of je zelfvertrouwen verdriedubbeld is. Slaapligging, aantal voedingen, mutsje aan, niet te koud, krampjes, kaka doen, je beleeft het allemaal op een andee manier dan bij je eerste kindje. Je stelt je niet meer zoveel vragen (soms nog één keer), je laat het allemaal wat op je afkomen en ziet altijd dat het goed is. Heerlijk gevoel. En ook al denk ik dat ik deze baby bewuster meemaak, het het veel te maken met het feit dat ik er al 2 vooraf had. Die hebben de weg geplaveid, en nu wandel ik er met veel meer gemak over.

Jong mama worden en zijn, zoals bij de 2 andere, is anders. Men is veel kritischer, ik was veel nonchalanter, en je hebt met heel wat kritiek en vooroordelen af te rekenen (cliché en waarheid). Nu niet, nu vond ik het zelf wat stoer in de kraamkliniek…
‘Een eerste, madam? ‘k Zal eens tonen hoe het kindje in ’t bad moet, madam.’
‘Neen, ’t is mijn derde.’
‘Uw derde??? Hoe oud ben je wel?’ (alsof je persé oude moet zijn om 3 kinderen te hebben)
‘Ah, dan zal ’t wel lukken zeker.’

En ja hoor, het lukt wel, wees daar maar zeker van.

Dag Gent

november 26, 2007

Een dag in onze eigen stad. Een mens zou dat eens meer moeten doen.
Wij winkelen wel in Gent, gaan er op café, uit eten, en hebben er bijgevolg onze préféréés, maar daar blijft het dan ook vaak bij. Veel te vaak, we zouden meer eens uit die sleur moeten raken.
Vandaag was zo’n dag. We hadden de Arguswandeling nog te goed, en dochterlief wou persé naar het Gravensteen. Dus, hop, de stad in!

Het Gravensteen is gratis te bezoeken voor Gentenaars, leuk meegenomen. Ik heb het Gravensteen al uitgebreid bezocht met mijn leerlingen (én gids), en ’t was mij goed bevallen. Spectaculair, een heus kasteel in het midden van je stad, je zou voor minder duizelen. Anouk weet meer over het Gravensteen dan ik kon vermoeden, en extra weetjes zijn voor kinderen altijd leuk (Waarom waren er vroeger 2 toiletten in het Gravensteen? Eén voor jongens en één voor meisjes. Neen!). Jan was nog nooit in het Gravensteen geweest (foei) en had ogen tekort. Gelukkig hadden wij de draagdoek bij (nog een reden te meer), want met de buggy ‘hef je jezelf een lumbago’. Het viel mij op dat de foltertuigen het hoogst scoren als het over het aantal bezoekers in één ruimte gaat. Mensen houden van sensatie, dat is duidelijk. Anouk was ondersteboven ‘van die meneer die wel 100 liter water moet drinken, tot hij stikt’, en dacht dat graven in Gravensteen van opgraven komt. Kortom, we hebben weer wat opgestoken, en het was nog plezierig ook.

Stad verdient frietjes, en die hebben we gegeten op Sint-Jacobs. Lekker, lekker, ook al stonden we te foeteren op de veel te strakke wind en de erg koude handen.

De Arguswandeling was aangenaam, echt waar.’k Heb een nieuwe straat ontdekt (waar ik heel graag in zou wonen) en wel 10 keer het verhaal van de Mammelokker verteld. Met de borstvoeding hier in huis, was het dus te spectaculairder… Anouk bleef het maar hebben over Keizer Karel, waar ze het haalt, ik weet het niet, maar het rook naar immense bewondering. Amai, die keizer.We kregen de kans om om ter hoogst te schommelen in het Astridpark en zij won.

Afsluiter in de Fabula Rasa, met warme chocomelk en Westmalle Tripel, en een zalige babbel met de liefste cafébazin van heel Gent. Onze kleinste liet het zich allemaal heel erg welgevallen, want ze ging van arm naar arm en sliep de hele tijd door.

Een doetje, zeiden de mensen.
Ze zal blond worden, zeiden de mensen.
’t Is echte liefde, bij jullie, zeiden de mensen.

En omdat het bij ons echte liefde was, was het weekend compleet en geslaagd.

  

Ik ook, mama

november 25, 2007

Grote zus worden is iets fantastisch, zeker als je 7 bent, en dat ten volle beseft.
Grote zus zijn is nog fantastischer, en zoals het betaamt, horen daar zelfgemaakte foto’s bij. Ziehier.

zus-speelt.jpgzus-slaapt.jpgzus-met-poes.jpgzus-en-wieg.jpgpascal-en-clarisse.jpg

november 24, 2007

stapeltje, stapeltje…