Nog niet, maar bijna

december 27, 2009

Gedaan met werken, sedert woensdag.
Gedaan met valiezen maken, enveloppes schrijven (wat doe ik dat niet graag, echt niet).
Gedaan met ‘het moet boven nog eens allemaal netjes gezet worden’, want mijn mama heeft dat allemaal gedaan.
Gedaan met te hopen dat ik Kerstavond thuis kan vieren, want dat is al lang gebeurd. Oudejaar in ’t moederhuis lijkt me geen kwelling, Anouk belooft langs te komen met allemaal lekkere dingen.
Gedaan met ‘ik moet nog een spelletje spelen met Anouk’, want Anouk kaart liever met Jan tegenwoordig.
Gedaan met sleuren aan kinderen, want Anouk kijkt streng toe ‘dat ik dat echt niet mag doen’ en mijn mama doet de rest.
Gedaan met laatste details die nog geregeld moesten worden, zoals het kopen van de traditionele knuffel voor een vers kindje, navelbandjes zoeken(enkel als je in Maria Middelares bevalt, zeker?), naar minikousjes zoeken en erkenning van de vader (mwoeha) laten registreren.

Het is allemaal gedaan, en het voelt een beetje als wachten.
Maar wachten is ook wel eens leuk, zeker als je weet dat het sowieso komt.

Putteke

december 18, 2009

De hele wereld heeft een putteke.
Ze gaat naarstig op zoek naar de navel van iedereen die hier binnenkomt.

Alleen bij mij schudt ze meewarig haar verkouden hoofdje.
‘Mama toch, putteke is weg, baby daar.’

En inderdaad, groter wordt mijn buik niet meer, hij spant alleen nog maar een beetje meer.Soms lijkt het of hij er voor eeuwig zit, en als mijn hoofd mij gerust laat, verzoen ik me graag met dat waggelend lijf dat bijna niet meer van mij lijkt te zijn.
Op 1 januari, zei de dokter maanden geleden. Ik geloof al lang niet meer in die dag, maar het gemak waarmee mijn lichaam de laatste week heeft doorgewandeld, doet vermoeden dat het niet voor sebiet is.

Mijn laatste werkweek komt eraan, en het weekend voelt nog echt als weekend nu.
Hopelijk voelt uw weekend even fijn als dat van mij.

Ecover en Co

december 12, 2009

Gedecideerd gooit ze haar boekentas op de grond.

‘Ik wil later zonnepanelen.’
‘En Ecover, voor de vaatwas, én voor mijn kleren in de wasmachine.’
‘En geen auto, want die vervuilen.’
‘Windenergie is beter, dat is groen, en als het groen is, dan is het goed.’
‘Romazigeuners die leven zonder huis, dat doet pijn aan mijn hart.’

Heerlijk, haar wijdere blik op de wereld, haar verontwaardiging over milieuvervuiling, en haar drang naar rechtvaardigheid.

Ze is amper 10 jaar in leven, en als een spons zuigt ze de wereld op: kritisch, idealistisch en vol dromen. Net zoals het zijn moet.

Rond

december 9, 2009

Ronder dat nu zal ik wellicht nooit meer worden.
Als je me een duwtje geeft, dan rol ik de Kantienberg gegarandeerd naar beneden.

‘Als je in het weekend bevalt, wordt het mijn collega’, zegt hij rustig.
Ik knik, en hoop dat hij het is, als ik daar lig.
Omwille van zijn rust.
Ik weet ook dat elke collega even welkom is als je een kind op de wereld zet. Een vrouw, dan, denk ik. Dan ben ik misschien niet meer de enige in de ruimte die weet hoeveel pijn het doet. Dan is er misschien iemand die in haar ogen laat zien dat ze weet waar het over gaat.

Terwijl ik wegdroom op zijn tafel, lacht hij zacht.
‘4 kilo al’, laat hij zich ontvallen. Hij stelt zijn apparaat bij en brengt het terug naar 3,5. ‘Soms zitten we er gigantisch naast, hoor,’ verontschuldigt hij zich.
Mijn gemoed is een beetje gesust.

Alleen je hoofd nu nog, zucht hij.

Ja, mijn hoofd, zeg ik, en voor ik het weet wordt het weer blind voor mijn ogen en voel ik de stekende pijn.

Af

december 2, 2009

Alles is zo goed als af.
Mijn valies.
De suikers die geen suikers zijn.
De babyspullen.
De rommel in huis is bijna weg, dankzij een gouden mama.
Mijn werk ligt in stapeltjes, met duidelijk, handgeschreven instructies.

Mijn hoofd is zo goed als leeg.
Mijn dochter van 10 beslist plots door een zware geloofscrisis te gaan.
Ze gelooft als christen in andere dingen dan christenen, dus vreest ze dat ze … een Jood is geworden.
Aan tafel voeren we gesprekken over het einde van de wereld, het heelal en studeren. Over accordeon, studeren en niet willen studeren.

Met een stamp, een duw en een pijnlijke scheut word ik naar het heden gekatapulteerd.

Het is wachten nu, heerlijk wachten op het heerlijkste onverwachte uit je leven als moeder. Wachten tot het begint.

Wat een gelukzak ben ik, denk ik gauw nog, voor ik aan de pijn denk. Voorlopig overheerst blijdschap, verlangen en puur contentement.