De dag van de onnozelheden

januari 29, 2009

Een dag vol nepnagels, ‘atiti’ en ‘schatje’.

Anouk wacht vol spanning op de dag dat ze mooie, witten nepnagels mag (wat van mij nooit zal mogen, want ik vind ze vies).
Clarisse zegt luidop ‘atiti’, in plaats van asjeblief, in de hoop hier en daar nog een kruimel avondeten mee te pikken.
Ik mail per ongeluk ‘schatje’ naar mijn baas die (wat een geluk) antwoordt dat ik zijn schatje niet ben, maar wel een fijne werknemer.

De dag dat ik een boekhouder aanspreek met mevrouw, mijn collega verkeerdelijk beaam als ze vraagt of ze er oud uitziet.

De dag dat ik hopen strijk heb.

De dag dat ik voor het eerst ongelooflijk verlang naar zomer, kleedjes en warmte.

’t Is een dag zoals een ander, maar het was iets grappiger dan normaal.
Het belooft alleszins voor morgen, want er is receptie in het SMAK, met lekker eten en schuimwijn.

Wellicht hou ik morgen beter mijn mond.

Oude ziel

januari 25, 2009

Hij heeft de dag niet meer gehaald, mijn grootvader.

Het zat eraan te komen, maar toch. Toch leek het of hij er nog een beetje was, toen ik hem daarnet zag.
Zo op zijn bed, waar hij al vier jaar ligt, maar nu met rozen op zijn knieën, en een patrenoster in zijn hand.

Wat knokeriger, nog veel magerder dan de vorige keer.
Mijn meter en ik, die even samen met hem waren, hebben hem gekust, zij veel meer dan mij nog.
Nog één keer zijn speldehanden voelen, en zijn witte haren zien. Nog één keer de geur van zijn kamer en de vele foto’s die er hingen ter verstrooiing.

Zij en ik, we hebben hier vaak over gepraat, over dit moment. Vaak met weinig woorden, maar altijd met begrip. We hebben gehuild, naar dit moment uitgekeken, en het tegelijkertijd vervloekt.

Dat ze nog altijd verliefd op hem is, zei ze kussend, en dat na zestig jaar.
Dat ze nog niet meekon, zei ze ook, want ze had nog zo veel te doen.

Dat zijn ziel er nog was, dat voelden we. Heel erg veel zelfs. Hij was nog niet helemaal vertrokken. Maar bijna wel.

Dat zijn oude ziel mag vertrekken, naar betere oorden, naar een plaats zonder pijn.

Uren

januari 23, 2009

Stel je voor: op een doodgewone werkdag als vandaag heb ik 3 uur kunnen lezen. Drie uur lezen, zonder gestoord te worden door kinderstemmen, -handjes en kinderlichaampjes. Niemand die me belde (mijn gsm stond af), geen lastige vragen of moeilijke wetgeving die ik moest interpreteren.

Niets of niemand, alleen mijn boek en mezelf.

Treinen, trammen en bussen kunnen heerlijk zijn.
De som der dagen van Allende ook.
Ik hou niet van haar volledige oeuvre, maar ik vind haar beschrijvende kwaliteiten zeer sterk. Bovendien warmt het clanverhaal mijn koude winter op, en hoef ik niet na te denken tijdens het lezen.

Maar tussen al dat lezen door, krimpt mijn maag ineen bij de vreselijke gebeurtenissen van vandaag. Wat mijn dag op slag realistischer, harder en pijnlijker maakt.

Een alleenstaande ouder met twee kinderen.
Hij/zij werkt voltijds, laat ons zeggen van 8 tot 16.30.

Die ouder voedt de kinderen in de week alleen op, dat wilzeggen dat hij instaat voor de schoolritten, het eten, de begeleiding van huiswerk, en ga zo maar door.

Die ouder vertrekt ’s morgens om 7.15, om de kinderen op school af te zetten, naar het werk te vertrekken en daar te blijven tot 16.30. Als hij geluk heeft, is hij voor 17u op school.

Op school eten de kinderen boterhammen. Verder genieten ze niet van extraatjes op school: geen tijdschrift, geen melk/fruitsap in de pauze. Ze gaan om de week zwemmen.

Dat brengt de rekening van de ouder al gauw op 100,00 euro per maand: zwemgeld, het verplichte drankje op de middag, het middagtoezicht en de studie.

Ewel, ik vind dat veel geld voor een ouder, laat staan als die alleen staat.

Kosteloos onderwijs?
Haha.

11

januari 20, 2009

Vandaag zou onze zoon elf jaar geworden zijn.

Nu, na tien jaar, kan ik er al met een glimlach aan terugdenken. We kopen een taartje en vieren een heel klein beetje feest. Feest om wat al die maanden zo fantastisch was. Feest omdat het lijkt alsof we nu een echte pre-puberende zoon zouden hebben gehad, die zijn zus door dik en dun zou hebben verdedigd, volgens Anouk.

Kijken naar zijn foto is veel minder erg dan vroeger en ik beschouw hem nu gewoon als een zeer fijne constante.

Gruwelijk wordt het eventjes als ik me compleet niet meer herinner hoe hij weende, en hoe zijn gebrabbel klonk. Zijn geur uit het goed bewaarde hemdje vind ik niet meer terug, ook al duik in met mijn neus heel diep in het goed.

Maar elke dag wandelt hij eventjes door mijn hoofd. En dat wandelen, dat vroger stampen was en pijn deed, wordt alsmaar zachter en minder hard.

En dat, op zich, is een fijne gedachte.

Potloodventje

januari 15, 2009

Na donkere uren en veel pijn, had ik mezelf vandaag een halve dag verlof gegund.

Glijdende werkuren én vrij in te vullen verlof zijn deugdoende zaken in mijn leven. Ik werk bijna volldeig op mijn eigen ritme, en met kinderen is dat zalig.

Het weer was fantastisch, mijn stemming en pijn al veel minder. Op de koop toe naar Kind en Gezin met de kleinste. Laatste prik in lange tijd.

Aan de tram zit het potloodventje. Met zijn mama.

Elke keer opnieuw vertelt ze me het verhaal van zijn geboorte. Hoe klein hij wel was, amper een potlood groot. Hoe flink hij nu is. Elke keer komt er een nieuwe vertelling bij: deze keer over zijn vierde verjaardag.

Potloodventje stampt eerst één keer keihard tegen mijn schenen. Maar stampende kleuters, och ja. Toch haal ik mijn strengste blik boven, terwijl ik hem duidelijk maak dat dat niet mag. Een tweede keer schopt hij, even hard, tegen de ruit van het tramhokje.

Potloodventje praat nog niet, hij dreunt alleen monotone klanken af. ‘Baba, dudu.’
Hij was amper zes maanden oud toen hij ter wereld kwam. Veel machines en ingenieuze ademtechnieken hebben hem gered. Ocharme, potloodventje.

Later, bij Kind en Gezin, verbaast Clarisse arts én arts in opleiding.
Speelt ze al met blokken? Ja hoor. En in één-twee-drie bouwt ze een toren met vijf blokken.
Brabbelt ze al? Ze prààt, dokter. En als een echte kleuter benoemt ze de aap, de banaan en het schaap in het boekje dat de dokter voor zich houdt. Zelfs ‘de koek’ ziet ze op de ommekant van het boek.

Glimlachend neem ik al het lof in me op.

Eventjes denk ik terug aan Potloodventje. Nog eventjes denk ik terug aan de vreselijke aanval deze week.

En voor eeuwig en één dag denk ik eraan dat gezond zijn zo fantastisch is.
Mét of zonder blokkentoren.

Mijn Madame

januari 14, 2009

We doen ons best te fluisteren als we over haar spreken.
Het liefst van al maken we aan haar geen woorden vuil. Als je spreekt van de duivel, je weet wel.

Maanden laat ze niks van zich horen, op wat zinderingen in mijn hoofd na. Maanden doet ze alsof ze me niet kent, en word ik door haar straal geneerd.

Tot ze in het holst van de nacht besluit mijn hoofd te jennen, ook al weet ze dat ik niet van haar houd.

Imitrex, Dafalgan en een middel tegen de kotsmisselijkheid die ze met zich meebrengt.

Hoelang ze blijft, dat laat ze nooit op voorhand weten. Dus zolang ze er is, blijft mijn hoofd computervrij (op dit bericht na), licht- en lawaai-arm.
En ik koester ze gelijk een beetje, want ze is steeds minder venijnig als ik niet boos op haar word.

Mijn Madame Migraine.

Wanneer gaat ze op pensioen?

Ik ben hem beu

januari 8, 2009

Ik hou niet zo van Bart Dewever als politicus.

Ik hou nog minder van de manier waarop hij in de Slimste Mens zit.
Jakkes. Zelfs mijn glas wijn en mijn koek hebben me niet gesmaakt.

Geef mij maar Herman Decroo, en het hilarische stuk over anti-conceptiva. Ik geloof dat hij na alle juiste antwoorden nog geen één seconde had verdiend.
Verdorie.

Oude arme ziel

januari 6, 2009

Vanavond op Koppen XL, een reportage over Alzheimer.

De gelijkenissen met mijn eigen grootvader zijn treffend, zeker toen hij nog in een vorig stadium verkeerde. Toen hij thuiskwam met kilo’s okkernoten, dagen aan een stuk. Toen hij kapotte tegels verzamelde en niet meer wist wie ik was. Hij werd boos toen ik mijn grootmoeder knuffelde, gefrustreerd toen zij eventjes niet naar hem omkeek.
Hij kleedde zich na een tijd volledig uit, en kwam zonder argwaan naar de living gewandeld.
In twee jaar tijd waren hij en ik totaal van elkaar vervreemd.

Tot hij plots in Oostende in het ziekenhuis belandde.
Oostende was een eind ver voor mijn grootmoeder, en om het heen-en-weer gerijd wat over te nemen, nam ik vaak, op vrijdagavond, de trein naar Oostende, om bij hem te zijn.

We wandelden arm in arm door de gang, een uur aan een stuk. Hij slofte voor, stevig aan mijn arm. Elke deur moest open, ook al was ze op slot.

We waren 2 jaar van elkaar vervreemd, maar die herinneringen, waarin zijn inizcht plots wat beter bleek, zijn de intiemste momenten met hem.

Ik koester ze meer dan ooit, zeker tijdens het kijken naar deze reportage.

Vandaar

januari 4, 2009

De eerste zaterdag van januari (tenzij dat de eerste is) worden wij elk jaar verwacht op een tuinfeest bij goede vrienden en oud-huisgenoten.
Alwaar een reusachtig vuur zelfs deze kilste nacht verwarmde, waar de cava rijkelijk vloeide, waar nageltje-klop het spel van de avond was.
Er werd bijgod door iedereen gezongen, het traditionele kerst- en nieuwjaarslied.

Om 1 uur in de nacht verscheen er heerlijke groentensoep met ongelooflijk veel balletjes, waardoor iedereen het nog wat warmer kreeg.

Het was bovendien een weerzien met ons oude huis, zijn bewoners en alle vrienden.

Toen ik mij op het toilet aan het verwarmen was, zag ik er ‘vandaar’ op de deur staan.
Plots keerde ik zes jaar terug in de tijd, en er verscheen een zalige glimlach op mijn toch al verkleumde gezicht.

Herinneringen kunnen heerlijk zijn. Toasten op het nieuwe jaar, ook.
2009 kan beginnen.
Voor één keer: Oef…morgen weer op routine. Eventjes weer alles gewoon.